Net als mijn treinreis door Oost-Europa vorig jaar leek het me nu ook weer leuk om al mijn tips & tricks met jullie te delen. Ik ben een volle week naar Valencia op vakantie geweest en heb een behoorlijke lijst waar jullie wellicht iets aan kunnen hebben. Restaurants om te eten en drinken, dé hoogtepunten van de stad, het geheim van de Valenciaanse taxichauffeurs, de winkelgebieden en nog veel meer.

Taxi van en naar het vliegveld – Let op!

Ook wij werden flink afgezet. Voor een enkeltje van het vliegveld naar ons hotel betaalden we maar liefst 30 euro. De taxichauffeur beweerde weinig wisselgeld te hebben, alleen wat muntjes van 5 en 10 cent, waardoor we hem uiteindelijk meer moesten betalen dan nodig. Een enkeltje hoort eigenlijk tussen de 15 en 20 euro te kosten, maar ook wij trapten erin.

Zorg er dus voor dat je van tevoren een vast bedrag afspreekt en noem gerust dat je normaal tussen de 15 en 20 euro betaalt. En onthoud: taxichauffeurs hebben altijd voldoende wisselgeld bij zich, vaak in buisjes vol met 1- en 2-euromunten. Onze receptionist was ook boos dat we te veel hadden betaald en ging direct voor ons op onderzoek uit, haha!

Hop-On, Hop-Off Bus

 Herkenbaar, toch? Die rode bussen vol toeristen die door het centrum van de stad scheuren. In Valencia stapte ik voor de eerste keer in zo’n bus. Ik vond het altijd een beetje een ‘ouwe lullen’-attractie, maar Martine wist me te overtuigen om het toch eens te proberen, aangezien zij er goede ervaringen mee heeft. Het handige is dat je overal kunt in- en uitstappen waar en wanneer je wilt. En eerlijk, na al dat lopen is het fijn om je voeten even rust te geven.

Een ticket voor één dag kost 17 euro en voor twee dagen (48 uur) slechts 19 euro. Die extra twee euro zijn het dus zeker waard, vooral omdat er twee routes zijn. De ene route brengt je langs La Ciudad de las Artes y Ciencias en het strand, en de andere langs bezienswaardigheden, grote winkelcentra en Bioparc Valencia. Die tweede route vond ik persoonlijk minder bijzonder, maar wel handig als je buiten het centrum wilt shoppen of de dierentuin wilt bezoeken.

Ontbijten – Doe dit niet in het hotel!

Boek alsjeblieft géén ontbijt bij je hotel. Dat is hartstikke duur aangezien je voor maar een paar euro buiten de deur kunt eten. In ons hotel (Hotel del Carmen) betaalde je 9 euro per dag, terwijl je om de hoek al vanaf 1.50 euro een vullend ontbijtje krijgt. Wij hebben dan ook elke ochtend buiten de deur gegeten. En zo zit je gelijk tussen de locals wat ontzettend leuk is.

Het vinden van een tentje om te ontbijten is trouwens heel gemakkelijk, want er zit in elk straatje wel een terrasje. Tip: vermijd de grotere bekende pleinen. Daar is het logischerwijze een stuk duurder en zo veel specialer is het ontbijt daar ook niet. Wat wij heel erg lekker vonden was ‘el pan de queso’. Het zijn een soort ronde kaasbroodjes, maar niet zoals we die hier in Nederland kennen, en dan belegd met bijvoorbeeld chorizo.

Tijdstip voor avondeten

Spanjaarden eten niet op de traditionele tijden zoals we die in Nederland kennen. Omdat het in Spanje het hele jaar door warm weer is, schuiven ze vaak pas aan tafel wanneer het wat is afgekoeld, meestal rond 10 à 11 uur ’s avonds. Het is zelfs niet ongebruikelijk om pas om middernacht je tapas geserveerd te krijgen. Veel restaurants openen dan ook pas vanaf 20:00 uur of later. Alleen keukens op toeristische plekken, zoals op de pleinen, zijn eerder geopend, maar die zijn vaak wat minder bijzonder.

HOTSPOTS voor avondeten en overige snacks:

Ik heb bijgehouden waar wij allemaal hebben gegeten, zodat jullie er misschien wat aan hebben. Ik kreeg ook veel tips van jullie, maar vaak loop je rond en eindig je spontaan ergens. Er is namelijk zoveel leuks en lekkers te ontdekken. Check wel eerst even de menukaart, want de prijzen kunnen sterk verschillen tussen tentjes.

Laat je ook niet zomaar overhalen door opdringerige serveerders die je proberen binnen te lokken; ze zullen vaak niet naar je lachen, dus je hoeft niet per se vriendelijk terug te doen. Oké, dit klinkt misschien bot, maar het lijkt erop dat 90% van de Spanjaarden niet bijzonder vriendelijk is tegen toeristen, ook al zijn wij vaak hun belangrijkste bron van inkomsten. Heel apart! Maar goed, hieronder een aantal tips:

• Horchatería Santa Catalina – Dé plek om churros te eten in een heel schattig en uniek tentje.
• Llaollao – Voor een originele frozen yoghurt ben je hier aan het juiste adres.
• Cerveceria Navellos – Geen bijzondere tent, maar je kunt er wel lekker en goedkoop tapas eten.
• La Rollerie – Om de hoek van de winkels en hier kun je heel divers eten zoals hamburgers, zalm en nachos. Het is heel betaalbaar en de sfeer hier buiten is om te smullen.
• Taska Hogan – Een mega romantische plek om paella te proberen.
• Destino 56 – Niet bepaald aardig personeel, maar het is wel een mooie strandtent. Ik kan je de smoothie watermeloen erg aanraden!
• La Tastaolletes – Een vegetarische/veganistische tent met de beste nachos óóit. Ook kun je hier bijvoorbeeld een salade met zeewier of rice paper rolls eten. Dit was ook om te smullen, maar je moet wel geluk hebben voor een plekje buiten.

Paella de Valencia

Paella komt oorspronkelijk uit Valencia, dat bekendstaat om zijn speciale rijst. Dit is geen gewone rijstkorrel, maar een korte, ronde variant. Omdat de stad zo bekend is om zijn rijst, hebben ze zelfs hun eigen versie ontwikkeld: Paella de Valencia. Deze wordt niet met vis gemaakt, maar met kip en konijn. Wij hebben de konijn echter overgeslagen; dat vonden we net iets te zielig om te bestellen. Toch is het echt een aanrader en ook nog eens de goedkoopste paella die je kunt krijgen.

Wat paella extra leuk maakt, is dat het typisch een gerecht is om te delen met de rest van de tafel. Je eet samen uit een grote pan, wat zorgt voor een gezellige en authentieke ervaring.

Water, water en nog eens water

Zoals jullie wel weten, is het kraanwater in Spanje niet bepaald om te drinken. Gelukkig kost een fles(je) water heel weinig, als het je bij ’t juiste zaakje koopt. Bij lokale winkels eb je vanaf 50 cent al een flesje water en voor nog geen euro een grote fles van 1,5 liter water. Bij de bekendere, grote zaken betaal je met het gemak 2 euro voor een klein flesje. Valt wel mee voor één keer, maar uiteindelijk koop je toch best veel water en dan is het wel handig om te weten waar je het moet kopen. Het winkeltje Pan Pan, een bakkertje, zit verspreid door heel de stad en daar kun je gelukkig ook voor goedkoop je water kopen. En ze hebben er erg lekkere dingen trouwens.

Agua de Valencia

Pas op, Agua de Valencia is géén water! Wij vroegen ons steeds af waarom dit water zo ontzettend duur was. Komt het dan van een speciale bron? Nee, op onze laatste avond kwamen we dankzij de receptionist erachter dat Agua de Valencia eigenlijk een cocktail is. Wat erin zit? Cava, sinaasappelsap, wodka, gin en wat suiker. Wij hebben het zelf niet geprobeerd, maar het schijnt zeker het proberen waard te zijn!

La Ciudad de las Artes y Ciencias & aquarium

Wanneer je met de Hop-On, Hop-Off bus reist of zelf op pad gaat, moet je zeker een ochtend of middag vrijmaken voor La Ciudad de las Artes y Ciencias. Dit unieke complex ligt net buiten het centrum en is volledig gewijd aan kunst en wetenschap. De gebouwen zelf zijn al adembenemend, maar ook binnen is er van alles te ontdekken.

Zo is er bijvoorbeeld momenteel het Pixar Museum te bezoeken in een van de gebouwen. Het is een beetje vergelijkbaar met Nemo, omdat het erg interactief is. Verder kun je tussen de palmbomen wandelen, in een roeibootje varen en als je tijd hebt, is L’Oceanogràfic absoluut een aanrader. Dit gigantische aquarium heeft als hoogtepunt een dolfijnenshow.

ANDERS TIPS EN WEETJES OP EEN RIJ

• Op zondag zijn de musea gratis.
• Een enkeltje met de bus kost 1.50 euro (in 2019 ook nog steeds). Je kunt ook een strippenkaart van acht enkele ritten kopen en dan ben je een paar euro goedkoper uit. Wij hebben alleen van de bus gebruik gemaakt toen we naar het strand gingen, dus wij hadden zo’n strippenkaart niet nodig.
• De bussen gaan maar tot half 12 ’s avonds, dus zoek goed uit welke nachtbus er bij jou in de buurt rijdt.
• Winkelen doe je in het centrum in Carrer de Colón en de zijstraten. Je vindt hier winkels als ZARA, Mango, Blanco, KIKO, Stradivarius, Brandy Melville, Parfois en Sfera. Ook zijn er twee winkelcentra buiten het centrum, maar daar moet je met de bus heen en is wel een heel stuk ongezelliger.
• Drankjes tijdens uitgaan kosten véél meer dan overdag. Waar wij ergens nog geen 3 euro betaalden voor een bier en water, betaalden wij in een kroeg maar liefst 7 euro. En het kan nog duurder.
• In augustus ligt alles stil in Spanje, aangezien dit de vakantiemaand voor hen is en zij houden dan nauwelijks tot geen rekening met alle toeristen die er ronddwalen. Houd hier daarom dan goed rekening mee als je dingen gaat ondernemen. Of het is helemaal gesloten of open van 10 tot 2. Er zullen vast wel uitzonderingen zijn zoals winkels, etc. maar let wel goed op.
  – Het is soms wel handig om te weten hoe je iets in het Spaans moet bestellen, want veel Spanjaarden kunnen tot op de dag van vandaag nog steeds geen woord Engels verstaan of spreken.

Lees ook:
– 5 x overheerlijk eten en drinken in Valencia
– Mijn persoonlijke tips voor Tallinn (Estland)
– Mijn persoonlijke tips voor interrailen door Oost-Europa